Principe 5 - Cyclisch

10. Cyclish.jpg

“Er is altijd ontwikkeling mogelijk, als schoolleider probeer ik hier gefaseerd en in de goede volgorde aandacht aan te geven.”

Nicole van Mook - Directeur Het Rondeel

Het waarom
In lijn met de toelichting bij Principe 8. Borging draait Principe 5. Cyclisch in zekere zin ook om het bewust en gefaseerd stilstaan bij en nadenken over kwaliteitsaanpakken en hun opbrengsten.. ‘Een beproefd en veelgebruikt model binnen de kwaliteitskunde is de zogenaamde Deming cirkel. Deze is beter bekend als de PDCA cyclus die ook in de kwaliteitsontwikkeling van het POS een prominente plek heeft als vervolg op de analyse van uitkomsten van bijvoorbeeld de ontwikkelscans.’ Het cyclisch karakter van integrale kwaliteitsontwikkeling maakt dat het thema voortdurend en gepland de aandacht krijgt: het keer met regelmaat terug. Hiermee draagt het werken met cycli niet enkel bij aan de toetsing van opbrengsten aan doelstellingen en ambitieniveaus, maar draagt de voortdurende dialoog ook bij aan het bouwen van een kwaliteitscultuur waarin structureel wordt onderzocht in welke mate ontwikkeling wordt gerealiseerd of noodzakelijk is.

Het hoe
In de praktijk wordt binnen het partnerschap natuurlijk niet enkel gewerkt met de kwaliteitsaanpakken en -cycli van het POS (ontwikkelscans, PDCA, panelgesprekken, etc.). Besturen, scholen en instituten hebben namelijk ook hun eigen kwaliteitsaanpakken. Daarnaast moeten zij zich verantwoorden aan externe standaarden en cycli vanuit bijvoorbeeld de overheid. Hierdoor ontstaat de uitdaging (en wellicht ook wel de opdracht) om in de diversiteit aan kwaliteitssystemen een vorm van samengaan of synergie te organiseren. Een praktisch en succesvol voorbeeld hiervan is het verweven van de POS werkwijze met ontwikkelscans (en vervolgens na analyse de PDCA cyclus) met de beleidsvoornemens in de plancyclus van scholen. Ook op bestuursniveau zijn hier good practices van. Hierbij blijkt het bevoegd gezag in staat om bijvoorbeeld op basis van thema’s uit het instrument ‘vergroten bestuurlijke betrokkenheid’ ambities te formuleren op het omgaan met o.a. de inductiefase, startersbegeleiding en werving en deze in te bedden in stichtingsbeleid.

Een andere praktisch voordeel van cyclisch werken aan kwaliteitsontwikkeling ligt in de mogelijkheid die de dialoog biedt om te komen tot nieuwe vragen. Door evaluatie en reflectie in dialoog kan in gezamenlijkheid nagedacht worden over nieuwe ambitieniveau en ontwikkelthema’s. deze gesprekken leveren een belangrijke bijdragen aan het collectieve kwaliteitsbewustzijn.

Good practices, instrumenten en werkwijzen

 

Dialoogvragen

Om het principe ‘cyclisch’ binnen de IKO op ontwikkelingsgerichte wijze in te zetten kan gebruik worden gemaakt van onderstaande dialoogvragen:

  • Hoe ervaar je momenteel het cyclisch karakter bij het werken aan kwaliteitsontwikkeling?
  • Wat kun je zeggen over de interval waarmee data worden verzameld, wordt geëvalueerd, bijgesteld of de inhoudelijke dialoog wordt gevoerd?
  • Wat is in jouw situatie een passende overlap van de verschillende kwaliteitscycli waar je mee te maken hebt (bestaande kwaliteitsaanpakken op bestuurs- en schoolniveau, externe aanpakken, POS aanpak, etc.)?
  • Waar lukt het al om cycli succesvol te verweven of aanvullend aan elkaar te organiseren en in te zetten? Welke good practices levert dat op?
  • In welke mate kom je binnen jouw rol of organisatie al structureel tot ‘nieuwe’ vragen en ambities? Wat zou je hierbij kunnen helpen?